Nieuw! Volg de voortgang van de bouw in de blog!
Dinamo TM44 blokmodule
De module TM44 voorziet de modelbaan van rijstroom en leest de bezetmelders uit. DE TM44 is voorzien van vier blokuitgangen met elk vier bezetmelders. De blokuitgangen kunnen ófwel een DCC signaal naar de rails sturen, danwel een pulsbreedtemodulatie waarop analoge locomotieven rijden. De iTrain software weet welke locomotief in welk blok is en weet tevens of deze locomotief een decoder heeft of niet.

De mechanische eigenschappen van lokomotieven zonder decoder, die dus analoog aangestuurd worden, bepalen sterk de rijeigenschappen van de locomotief. Onze BEMO-locomotieven hebben bijna allemaal een vijfpolige motor en daarbij doen de rijeigenschappen niet onder voor een locomotief met decoder. De wat oudere locomotieven met een driepolige motor hebben daarentegen iets minder goede rijeigenschappen. In de praktijk betekent dit meestal dat de minimum snelheid wat hoger ligt dan bij een digitale locomotief of een locomotief met een vijfpolige motor.

De functie van de TM44-module is uitgebreider dan alleen voeden en melden. Waar je op een andere digitale modelbaan gebruik moet maken van keerlusmodules en/of boosters, is dit bij Dinamo niet nodig. De TM44 zorgt samen met iTrain ervoor dat de rails met de juiste polariteit gevoed wordt, ook bij een keerlus.

Aparte boosters zijn ook niet nodig, want elke blokuitgang is in principe een booster die 2 Ampère rijstroom kan leveren. In de praktijk is dit ruim voldoende, want er wordt met één blokuitgang altijd maar één blok gevoed. Op onze baan rijden we met meerdere dubbel- en zelfs tripletracties inclusief geluiddecoders én wagons met binnenverlichting, waarvoor door de TM44 moeiteloos voldoende stroom geleverd wordt.

Op de RS485-bus worden de TM44's en OC32/NG's aangesloten met ethernet-kabels. Voor het doorlussen beschikt de TM44 (en de OC32/NG) over twee RJ45-aansluitingen.

Het adres van de module wordt met de DIP-switch ingesteld. Hiervoor zijn de eerste 5 schakelaars, die dus maximaal 32 unieke adressen kunnen opleveren. Schakelaar 6 stelt inof de module een Master of een Slave is. In een RS485-bus mag slechts één TM44 als Master ingesteld zijn en deze levert een kloksignaal voor de overige modules, die allemaal Slave moeten zijn. Dit kloksignaal zorgt voor het synchroniseren van de rijspanning van alle blokken, zodat er geen kortsluiting optreedt op blokovergangen. Schakelaar 7 en 8 tenslotte activeren weerstanden die nodig zijn om de RS485-bus aan het eind af te sluiten. Deze schakelaars mogen dus alleen op de laatste module actief zijn!

De blokken én de bezetmelders worden aangesloten op de vier vijfpolige connectoren. Eén pin is voor de A-rail, die je de voeding zou mogen noemen en de vier overige pinnen zijn de vier bezetmelders, die je overigens niet allemaal hoeft aan te sluiten. Op onze modelbaan komen ook blokken voor met slechts één bezetmelder. Kijk hier om voorbeelden te bekijken hoe blokken en bezetmelders aangesloten worden op de TM44.