Dinamo RM-C

De module RM-C is de interface tussen de pc en de modules die de modelbaan van rijstroom voorzien, de bezetmelders uitlezen en de accessoires schakelen. Er is bij gebruik van Dinamo altijd een pc nodig waar software voor modelbaanbesturing op draait, want het is een interface en geen centrale met een display en knoppen zoals bijvoorbeeld op een Intellibox of een ECoS.

De verbinding met de pc wordt gemaakt met een standaard USB-2 A/B-kabel. Om de TM44's en OC32/NG's met de RM-C te verbinden, worden standaard ethernet kabels (Cat5 voldoet al) gebruikt.Vanaf de RM-C leidt men een kabel naar de eerste module en vanaf daar door naar de volgende module, etc. De modules zijn dus als het ware in serie geschakeld. Alle kabels vanaf de RM-C lopend via alle modules noemen we de RS485-bus.

De RS485-bus mag een maximale lengte van 1200 meter hebben en kan voor modelbaanbegrippen een onbeperkt aantal modules bedienen. Om te zorgen dat de RM-C via de RS485-bus de informatie bij de juiste module aflevert, wordt op elke module een uniek adres ingesteld. Wel mogen dezelfde adressen voorkomen op TM44's en OC32/NG's.

Het is logisch én gebruikelijk de modules vanaf adres 1 in te stellen. Opgemerkt moet worden, dat de telling van de modules in Dinamo bij nul begint en in iTrain bij één. Dit geldt ook voor andere adressen, zoals bloknummers, bezetmeldadressen en accessoire-adressen. Het is trouwens niet nodig de modules op dezefde volgorde als het adres op de bus aan te sluiten. Dit maakt het bijvoorbeeld makkelijker om later een of meerdere modules tussen te voegen of te verwijderen.

Er zijn meerdere uitvoeringen van de RM-C leverbaar:

RM-C/1 met één aansluitpunt voor één RS485-bus
RM-C/1+ met twee aansluitpunten voor één RS485-bus
RM-C/2 met twee aansluitpunten voor twee gescheiden RS485-bussen

Voor de gemiddelde thuisbaan voldoet de RM-C/1 prima, maar met de RM-C/1+ heb je wat meer vrijheid in de opstelling van de modules, terwijl de RM-C/2 gebruikt moet worden als het aantal modules het maximum overschrijdt. Los van de aansluitmogelijkheden zijn de uitvoeringen gelijk in functionaliteit.

Mochten deze aantallen voor een modelbaan met iTrain toch te weinig zijn, dan kan men één of meerdere extra RM-C's toepassen. Voorwaarde is dan wel dat iTrain Professional of Ultimate gebruikt wordt, aangezien deze in tegenstelling tot iTrain Standard, een onbeperkt aantal interfaces kunnen aansturen.

Bij de aantallen van de OC32/NG moet opgemerkt worden dat dit van toepassing is voor de conventionele manier van aansluiten op de RS485-bus en de hardwarematige instelling van het adres met de DIP-switches. Door "enhanced addressing" op de OC32/NG toe te passen kan men honderden OC32/NG's op één RM-C toepassen en daarmee duizenden accessoires aansturen.

Variant	Aantal RS485 aansluitingen	Aantal RS485 bussen	Aantal TM44's	Aantal blokken	Aantal bezetmelders	Aantal OC32/NG's	Aantal accessoires
RM-C/1	1	1	32	128	512	16	512
RM-C/1+	2	1	32	128	512	16	512
RM-C/2	2	2	64	256	1024	32	1024