Toen Dinamo midden 90-er jaren ontwikkeld werd, was het een systeem om analoge locomotieven digitaal, dat wil zeggen met een computer, te besturen. De locomotieven hadden dus geen decoders of andere elektronica aan boord, maar de functie van de decoder werd door een stuk elektronica in (of beter: onder) de baan overgenomen. Dat was dus de blokkaart, in die tijd de TM51.
Door de baan in elektrisch gescheiden blokken op te nemen, kon je opeens met meerdere analoge locomotieven op een baan rijden. Elk blok werd op een aparte uitgang van de TM51 aangesloten en de RM51 kreeg zijn opdrachten meestal van Koploper.
Naast de mogelijkheid van meerdere locomotieven onafhankelijk van elkaar te kunnen besturen, werden ook de rijeigenschappen aanzienlijk verbeterd. Als je met een transformator de snelheid van een locomotief regelt, dan varieer je de spanning, wat voor een gelijkstroommotor eigenlijk de slechtste manier is om de draaisnelheid te regelen.
De TM51 varieerde niet de spanning, maar maakte gebruik van zogenaamde pulsbreedtemodulatie (ook wel PWM, Pulse Width Modulation genoemd). Bij deze manier van snelheid regelen, is de rijspanning altijd gelijk, bijvoorbeeld 16 Volt, maar de spanning wordt door de blokuitgang continu aan en uit geschakeld. Als dit snel genoeg gebeurt, bijvoorbeeld 80 keer per seconde en de verhouding tussen spanning-aan en spanning-uit wordt gevarieerd, dan geeft dat de beste manier om de rijsnelheid van een trein te regelen. De Dinamo TM51 module gebruikte PWM om analoge locomotieven te laten rijden.Toen in 2005 Dinamo toegepast ging worden bij RailZ, later Miniworld Rotterdam, kwam de wens/eis dat ook digitale locomotieven, bijvoorbeeld met geluid, op de baan moesten kunnen rijden. De TM51 werd toen uitgebreid met de mogelijkheid DCC signalen naar de decoders in de locomotief te sturen. De module werd toen TM-H genoemd, waarbij de letter "H" staat voor hybride.
Ondanks dat bij een digitale locomotief de decoder ook gebruikt maakt van PWM, blijven de rijeigenschappen van een analoge locomotief toch achter. Een paar zwakke punten, waarbij opgemerkt moet worden dat het effect sterk afhankelijk is van de kwaliteit van locomotief en motor:
Wij zien dan ook het kunnen rijden met analoge locomotieven als een "extraatje". Er zijn soms exclusieve locomotieven die je niet wilt ombouwen of er is, ondanks dat de decoders tegenwoordig zeer klein zijn, echt geen plaats voor.